De oefenvragen voor de maand april staan weer online! Is je kennis omtrent BHV nog actueel? Of ben je wellicht toe aan een opfriscursus?
Een bedrijfspand wordt ontruimd. De aanwezige werknemers en andere personen verlaten het bedrijfspand via de vluchtwegen. Waar zijn de vluchtwegen een voorbeeld van?
De vluchtwegen zijn een voorbeeld van bouwkundige voorzieningen. Het alarmsignaal dat afgaat bij een brand is een voorbeeld van installatietechnische voorzieningen, de ontruiming is een voorbeeld van organisatorische voorzieningen.
De verzamelplaats is een veilige plaats in de buurt van het bedrijfspand, waar alle aanwezige werknemers en andere personen naar toe gaan op het moment dat er wordt ontruimd. Je wordt als BHV’er naar de verzamelplaats gestuurd tijdens een calamiteit. Welke taken heb je als BHV’er?
Op de verzamelplaats registreer je of alle aanwezige werknemers en andere personen uit het bedrijfspand zijn. Alle werknemers horen te weten waar de verzamelplaats is.
Wanneer je start met het blussen van een beginnende brand, verwijder je eerst de borgpen uit de brandblusser. Hoe doe je dit?
Je verwijdert de borgpen door de hals van de brandblusser vast te pakken en aan de borgpen te trekken. Wanneer je de knijphendel vast pakt, lukt het niet de borgpen te verwijderen. Wanneer je de slang van de brandblusser vast pakt, heb je de brandblusser niet stabiel vast. Dit kan gevaarlijke situaties veroorzaken.
Wat is het verschil tussen een volledige verbranding en een onvolledige verbranding?
Het verschil tussen een volledige en een onvolledige verbranding is de mengverhouding. Bij een volledige verbranding is de mengverhouding tussen brandstof, zuurstof en temperatuur ideaal. Daardoor brandt de brandbare stof volledig op. Bij een onvolledige verbranding is de mengverhouding niet ideaal. Daardoor brandt de brandbare stof niet volledig op.
Waarom voer je een noodvervoersgreep uit bij een bewusteloos slachtoffer?
Een noodvervoersgreep om een slachtoffer op een verantwoorde manier te verplaatsen naar een veilige plaats.
Je start met het reanimeren van een slachtoffer. Je wisselt de borstcompressies af met twee beademingen. Hoe beadem je het slachtoffer?
Je plaatst je hand op het voorhoofd van het slachtoffer en duwt het hoofd voorzichtig achterover. Je opent de luchtweg van het slachtoffer. Je knijpt met je duim en wijsvinger van de hand op het voorhoofd het zachte gedeelte van de neus van het slachtoffer dicht. Zorg dat de mond van het slachtoffer iets open blijft. Adem nu normaal in en plaats je wijdgeopende mond goed sluitend over de mond van het slachtoffer. Je blaast je adem 1 seconde lang rustig in de mond van het slachtoffer. Kijk daarbij of de borstkas iets omhoog komt. Beadem maximaal 2 keer, ook als het geen effectieve beademingen zijn.
Antwoorden controleren
Uw score:
Sorry, geen scores gevonden
Doe de test overnieuw en probeer nieuwe antwoord combinaties.